Dit artikel werd eerder gepubliceerd in De Tijd
 
Mijn eerste advies: leer jezelf kennen. Dat klinkt banaal, maar eigenlijk doen we dat veel te weinig. Mediteren kan helpen, maar we kunnen ook gewoon rust opzoeken, weg van de dagelijkse routine. Om ruimte te creëren om ons te verwonderen, om wat gewoon was weer als bijzonder te ervaren.
Praat meer met anderen. In de gepolariseerde tijden die we beleven, is dat essentieel.
Vervolgens: praat meer met anderen. In de gepolariseerde tijden die we beleven, lijkt dat me absoluut essentieel. Vaak volstaat het onze gedachten luidop tegenover een ander te formuleren, om goed te kunnen inschatten hoe sluitend onze argumenten zijn of hoe futiel de dingen zijn waar we ons zo druk over maken. Omgekeerd moeten we zelf ook een klankbord voor anderen zijn, zeker voor de mensen voor wie we het verschil kunnen maken. En vooral: leer nieuwe mensen kennen, mensen die heel anders in het leven staan.
Nog een advies: leer anders kijken. De gedragsbiologe Alexandra Horowitz schreef een boek waarin ze elf keer dezelfde route loopt door haar buurt, maar telkens met andere ogen. De ene keer is ze vergezeld van een geoloog, die haar bijvoorbeeld opmerkzaam maakt op de fossiele resten in een muurtje opgetrokken in kalksteen. Dan weer van een historicus, een kunstenares, een arts, een stedenbouwkundige, een kleuter en zelfs een keer een hond. Telkens wordt dezelfde buurt op een totaal andere manier ervaren. De geoloog ziet dingen waar de kunstenares nooit naar zou kijken en omgekeerd. Elf keer dezelfde route, elf keer een andere stad. Elf keer verwonderd over wat je elke dag hebt gezien, zonder het ooit op te merken.
 

Verdiepen

Ook belangrijk: we moeten meer tijd nemen om ons te verdiepen. De Nederlandse filosoof Cornelis Verhoeven schreef terecht: ‘Een specialist is niet iemand die steeds meer over steeds minder weet, zodat hij ten slotte bijna alles weet over bijna niets. Hij is iemand die op een bepaalde en steeds duidelijker bepaalde wijze een greep heeft op de werkelijkheid en die daarin de hele wereld ontdekt.’
We moeten ons meer verwonderen over de loop van de geschiedenis: wat is, had ook anders kunnen zijn. Die vaststelling zal ons leren dat mensen het verschil maken, door wat ze doen of net nalaten te doen. Zoals Edmund Burke in de achttiende eeuw al schreef: ‘The only thing necessary for the triumph of evil is for good men to do nothing.’
Door op te gaan in wat we doen, krijgt de handeling een betekenis en ook waarde. Wat we toch moeten doen, kunnen we maar beter zo goed mogelijk proberen te doen.
Leer ook om van alles wat dagelijks is telkens weer iets bijzonders te maken. Herhaling hoeft de verwondering niet in de weg te staan, op voorwaarde dat we stilstaan bij de herhaling en ze in zekere zin ritualiseren. Rituelen, zelfs bijzonder prozaïsche zoals het dekken van de tafel, trekken ons los uit de ‘chronos’ en uit onszelf. Door op te gaan in wat we doen, krijgt de handeling een betekenis en ook waarde. Wat we toch moeten doen, kunnen we maar beter zo goed mogelijk proberen te doen.
En neen, verwondering komt niet uit de lucht vallen. En zeker, het gaat een stuk moeilijker voor wie ziek is, zorgen heeft of zwaarmoedig is. En we kunnen ook niet de hele tijd verwonderd zijn. Verwondering is geen drug. Maar veel meer dan welke drug dan ook doet verwondering ons duizelen van de gigantische rijkdom die het leven te bieden heeft.
Laten we van 2020 dus een wonderlijk jaar maken.