In een voorgaand opiniestuk gaven we de aanbeveling om je vermogen niet permanent op je spaarboekje te parkeren, maar om naast een investering in vastgoed een deel ervan te beleggen in aandelen en obligaties. Op de lange termijn brengt dit meer op en omdat het ook ten goede komt aan de economie - en dus ook de staatskas - profiteren we er uiteindelijk met z’n allen van.

Dit opiniestuk verscheen eerder op vrt.be. Auteurs: Kris Boudt en Steven Vanduffel, professor financiën aan de Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel.

Maar het spaargeld is een heilig huisje en een lezer reageerde ad rem op onze aanbeveling met de quote “Het spaargeld blijft mooi dáár waar het zich thuis voelt en veilig is.”. Deze lezer kan gelijk hebben dat het spaarboekje voor hem optimaal is en dat hij niets anders nodig heeft. Het spaarboekje verdient zeker zijn plaats in elk plan om inkomsten en uitgaven met elkaar in balans te brengen, maar overdrijven loont ook niet. We geven in dit opiniestuk vijf tips om een spaarplan op lange termijn op te stellen.  

1. Zorg voor een vangnet

De corona-crisis kwam onverwacht en zorgde bij menig gezin voor tijdelijk lager dan verwachte inkomsten. Om onverwachte tegenslagen op te vangen is het spaarboekje het nec plus ultra: het koppelt flexibiliteit aan maximale kapitaalsbescherming. Een goede vuistregel is om ongeveer zes tot twaalf maanden aan salaris als reserve op je spaarboekje te hebben.

De spaarrekening levert de zekerheid op dat wanneer je je spaarcenten nodig hebt, je er ook direct over kan beschikken. Naast flexibiliteit biedt een spaarboekje ook de zekerheid dat de staat de spaartegoeden tot 100 000 euro per persoon en per bank beschermt. 

2. Erken dat je spaarboekje een verliesboekje is

Je geld staat dus absoluut veilig op een spaarboekje en behoudt er zijn nominale waarde. De inflatie zorgt er helaas voor dat dit op lange termijn een schijnveiligheid is.  Immers, doordat het leven elk jaar duurder wordt, vermindert de koopkracht van elke Euro en verliest je spaargeld dus aan waarde. Je kan het spaarboekje dus ook een permanent verliesboekje noemen.

Op korte termijn blijven de verliezen binnen de perken, maar de werking van inflatie is uiteindelijk onverbiddelijk: Honderd euro van 50 jaar geleden is er vandaag nog ongeveer achttien waard, het resultaat van 3,5% inflatie gemiddeld over de laatste 50 jaar. De huidige inflatie is eerder rond de 1%. Als dit de komende 30 jaar zo blijft, dan kan je verwachten dat hetgeen vandaag 100 euro kost over dertig jaar 135 euro zal kosten. Die stijging wordt opgevangen door loonindexering maar niet door een spaarboekje met 0% intrest. 

3. Maak sparen concreet en gebruik optimaal je tijd

Het permanent parkeren van een volledig financieel vermogen op een spaarboekje is dus echt geen goed idee. In plaats van doelloos te sparen “voor later”, raden we aan om te benoemen waarvoor je wil sparen en welk bedrag je daarvoor nodig hebt. In functie van al deze doelstellingen kan bepaald worden hoe je het sparen het best aan boord legt. 

Zo kan je als doel hebben om over vijf jaar een nieuwe auto te kopen die vandaag 25000 euro kost. Als dit je enige spaardoel is en je wil 100% zekerheid dat je op dat eigenste moment over die middelen beschikt, dan zou je vandaag al 26725 euro op je spaarboekje moeten parkeren. Indien je minder wil of kan sparen, moet je ofwel tevreden zijn met een goedkoper model, ofwel bereid zijn om enig risico te nemen.

Je kan ook als doelstelling hebben dat je spaargeld wordt aangewend om te investeren in bedrijven die toegevoegde waarde creëren en je laten delen in die winsten.  Dit is niet geheel risicoloos en enkel aan te raden voor spaargeld dat je pakweg 10 jaar of langer kan missen. Af en toe kan een bedrijf een tegenslag hebben maar als het goed geleid wordt zal het op lange termijn waarschijnlijk meer rendement genereren dan eender welk spaarboekje. Door voor een fondsenformule te kiezen, beleg je automatisch in een verscheidenheid van bedrijven en verminder je fors je risico omdat miskleunen gecompenseerd zullen worden door succesverhalen. 

Vaak kan je het rendement opkrikken door de opportuniteiten van fiscale voordelen te gebruiken. De overheid duwt je vandaag al de goede richting uit via een belastingvoordeel voor het langetermijnsparen en het pensioensparen, de vrijstelling roerende voorheffing op dividenden en nu ook via het nieuwe welvaartsfonds van de Vlaamse Regering. Dit fonds zal je de mogelijkheid geven om te beleggen in Vlaamse start-ups en scale-ups, hetgeen anders allesbehalve eenvoudig te realiseren valt.  Hierdoor biedt dit initiatief naast niet te versmaden fiscale voordelen ook een interessante diversificatie. 

4. Houd het simpel en goedkoop

Er is academisch onderzoek dat rigoureus aantoont dat des te ingewikkelder het beleggingsproduct, des te lager de lager de rendementen doorgaans zijn. De details besparen we je, maar het komt erop neer dat je beter weg blijft van financiële producten met complexe kapitaalgarantiemechanismen (de zogenaamde klikfondsen) en je je portefeuille best beperkt tot investeringen in een selectie van aandelen, obligaties, vastgoed en spaarrekeningen. Voor de modale burger is, zoals hiervoor al aangehaald, een fondsenformule vaak ideaal. 

Wees echter op je hoede. Het ene fonds is het andere niet. Sommige fondsbeheerders beloven dat ze door actief beheer het beter zullen doen dan de rest van de markt en rekenen navenante beheerskosten aan.   Het vermijden van kosten is echter iets dat je heel goed in het oog moet houden. Net zoals inflatie hebben kosten een desastreuze uitwerking op de performantie van je beleggingen. Het vermijden van kosten is ook een punt dat fundamenteel is volgens een van de meest succesvolle belegger aller tijden, nl. Warren Buffet. Zijn advies is om een portefeuille samen te stellen die de markttendensen volgt en dit op zo goedkoop mogelijk wijze. Dit brengt ons bij de vijfde en laatste tip. 

5. Een beetje doe-het-zelver zijn bij beleggen kan geen kwaad

Ook wie geen handige harry is, vindt het al eens leuk om zelf eens een lamp te verhangen, al laat je de ingrijpende elektriciteitswerken toch liever over aan een specialist. Hetzelfde geldt voor investeringen onder de vorm van een belegging. Er zijn in België veel kwaliteitsvolle platforms die je via een klik op de muis toelaten om op een goedkope manier goed gediversifieerde beursgenoteerde fondsen (ETFs) te kopen. Op die manier kan je stelselmatig een portefeuille uitbouwen.

Laat je echter niet meeslepen door de emoties: koop niet als gek bij wanneer de beurzen stijgen en panikeer niet bij beurscorrecties. Houd de gewichten die je in de verschillende componenten belegt, nl. aandelen, obligaties, vastgoed en spaargelden, in het oog en stuur bij indien nodig. De optimale weging hangt af van hoe ver in de toekomst de belegging uiteindelijk moet uitmonden in inkomsten. Hoe ouder je wordt, des te belangrijker het wordt om de aandeelbeleggingen stelselmatig te vertalen naar zekere inkomensproducten als aanvulling op het pensioen.  

Conclusie

Wanneer je uitsluitend het spaarboekje wil gebruiken om je lange termijn welvaart te verzekeren (bijvoorbeeld om je pensioen aan te vullen) is de veiligheid ervan nep. Het gevaar zit in de inflatie en het missen van hogere opbrengst door het niet delen in de winsten van investeringen in de economie. Dit neemt niet weg dat een voldoende hoge buffer op het spaarboekje te allen tijde nodig is als veiligheidsreserve voor onverwachte uitgaven.