Wie er al eens komt, is meestal weg van onze universiteitscampussen als groene oases in de stad. Maar deze week zijn onze studenten op een andere manier weg van hun campus. Ze zijn elders, en dat zonder te brossen. Tijdens de eerste Off Campus Week krijgen duizenden studenten les op 60 verschillende plaatsen in Brussel, niet alleen in het stadscentrum maar ook op andere niet zo voor de hand liggende locaties in twaalf van de 19 Brusselse gemeenten. Zo wordt het hele stadsgewest een week lang nog tot vrijdag een grote aula, een levend laboratorium, een uitgestrekt onderzoeksgebied. Ook onze zusteruniversiteit ULB doet mee.
 
De Off Campus Week is het voorlopige hoogtepunt van ons verbindend onderwijsproject weKONEKT.brussels dat we bij het begin van het academiejaar gestart zijn. Met weKONEKT willen we de universitaire gemeenschap laten versmelten met de hoofdstedelijke regio.
 
Onze studenten trekken overal naartoe, afhankelijk van de opleiding die ze volgen. Ze gaan naar cultuurhuizen en musea, naar nationale en internationale instellingen, naar ziekenhuizen, naar gevangenissen, naar rechtbanken en uiteraard ook naar bedrijven. Zo stellen Belfius, P&V Verzekeringen en het Verbond van Belgische Ondernemingen hun kantoren open voor gastlessen.

De stedelijke omgeving bepaalt wie we zijn, onze identiteit. Dat is anders dan voor Leuven of Oxford.


Pieter Timmermans en Bart Buysse van het VBO doen voor onze studenten sociologie het Belgische sociaaloverlegmodel uit de doeken.
 
Tijdens de eerste Off Campus Week krijgen duizenden studenten les op 60 verschillende plaatsen in Brussel, niet alleen in het stadscentrum maar ook op andere niet zo voor de hand liggende locaties in twaalf van de 19 Brusselse gemeenten.
 
Maar kan dat dan niet in een gewone aula, op de vertrouwde universiteitscampus? Jazeker, maar dat zou niet hetzelfde zijn. In de Verenigde Staten gebruikt men de term ‘urban university’ voor universiteiten en hogescholen die zich inzetten voor de stad waar ze zijn gevestigd. Studenten, onderzoekers en professoren doen dan dingen met de stad en voor de stad.

Ook de twee Brusselse universiteiten zien zichzelf als urbane universiteiten. De stedelijke omgeving bepaalt wie we zijn, onze identiteit. Dat is anders dan voor Leuven of Oxford, waar de universiteit de identiteit van de stad bepaalt en niet omgekeerd.
 
Muren slopen
Met weKONEKT gaan we uit van een nieuw onderwijsparadigma of eenvoudiger gezegd van een veranderde zienswijze op wat hoger onderwijs in 2018 moet zijn. We moeten studenten niet alleen klaarstomen voor de arbeidsmarkt, ze niet alleen kennis en skills bijbrengen en het vermogen tot levenslang leren. Ze moeten ook de complexiteit van de eenentwintigste-eeuwse stedelijke samenleving ervaren en tot het inzicht komen dat je de grote uitdagingen van vandaag alleen kan aanpakken als je de muren sloopt tussen disciplines, tussen de academische wereld en het middenveld, de kunsthuizen en het bedrijfsleven, tussen de universiteit en de metropool.
 
Brussel is een gedroomd living lab waar onze studenten niet alleen van kunnen leren, maar waar ze zich samen met onderzoekers en professoren ook voor inzetten. Met onze wetenschappelijke expertise helpen we de stad haar grote problemen op te lossen. De sociale kloof dichten, de mobiliteitsknoop ontwarren, van Brussel een digitale stad maken, de luchtkwaliteit verbeteren… Er zijn uitdagingen genoeg die ons tot bescheidenheid moeten aanzetten, maar ook tot het inzicht dat een afstandelijke academische houding van louter problemen benoemen en ze beschrijven niet volstaat. Als wetenschap, engagement en verbondenheid in elkaar overvloeien, krijg je academisch activisme. En daar pleit ik voor.
 
De meerderheid van de Brusselse bevolking hoort tot een minderheid. In een stad als Brussel kan je zonder je ecologische voetafdruk te vergroten naar alle uithoeken van de wereld reizen. Met 182 nationaliteiten en meer dan 100 thuistalen is Brussel een van de meest kosmopolitische steden van de wereld. Dat is een vaststelling. Het is zeker niets om over op te scheppen of een reden om hautain neer te kijken op ‘de provincie’, alsof die in ons verstedelijkte Vlaanderen nog zou bestaan.
 
Voor mij gaat weKONEKT net gepaard met bescheidenheid en met mildheid. Hebben we niet allemaal nood aan - het woord komt uit het Esperanto - meer konekt? Nood aan verbindingen tussen mensen en tussen gemeenschappen, aan meer kruisbestuivingen en meer uitwisselingen? Om te komen tot iets nieuws dat zoveel meer is dan de som van de delen. Brussel heeft vandaag misschien wel veel minder nood aan een aardverschuiving dan aan vele kleine stappen naar elkaar. Ik hoop dat weKONEKT zo’n stap is.