De bovenstaande cijfers hangen op het eerste gezicht een negatief beeld op van het middelengebruik van de Vlaamse student. Maar de realiteit is genuanceerder. Twee derde van de studenten blijft immers onder de VAD-richtlijn voor gezonde volwassenen en drinkt minder dan 10 glazen alcohol per week.
 
Nuanceren geboden
De meerderheid van de studenten doet het met andere woorden goed. Dat geldt ook voor hun cannabisgebruik: slechts 1 % steekt dagelijks een joint op. En slechts 1 op 12 gebruikte ooit stimulerende medicatie om beter te studeren, waarvan overigens werd vermeld dat het meestal niet tot het gewenste resultaat leidde.
 
Toch vraagt volgens het VAD een relatief grote groep studenten om aandacht. Want een grote meerderheid van de studenten mag dan op weekbasis bekeken niet zoveel drinken, hun drinkpatroon is wel risicovol. Zo blijkt 15 % wekelijks of vaker aan indrinken te doen voor het uitgaan, en 10 % doet in dezelfde tijdspanne mee aan drinkspelletjes.

Met de bevindingen kan een begin gemaakt worden van een uitgebreider begeleidingsplan


De cijfers van de bevraging  – de vierde in een reeks al, en de eerste onder Nederlandstalige studenten van alle hogeronderwijsinstellingen in Vlaanderen en Brussel – zullen door de VUB worden aangewend om te komen tot een betere begeleiding en detectie van studenten met problematisch middelengebruik. “Nu worden die vaak pas opgemerkt en begeleid na een incident onder invloed,” zegt Veerle Soyez. “Met de bevindingen van de enquête kan een begin gemaakt worden van een uitgebreider begeleidingsplan.” Momenteel worden VUB-studenten die hulp zoeken voor hun alcohol- of drugprobleem meestal doorverwezen naar een studentenpsycholoog of het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW).
 
Het rapport ‘In hogere sferen?’ volume 4 kan hier gedownload worden.