Bereikbaarheid en luchtkwaliteit
De studie verbindt twee parameters die de levenskwaliteit in een stad bepalen: bereikbaarheid en luchtkwaliteit. Geografische bereikbaarheid wordt berekend als de gemiddelde tijd die elke inwoner nodig heeft om elke andere inwoner per auto of met het openbaar vervoer te bereiken. Deze meetgrootheid houdt rekening met de transporttijd en de bevolkingsdichtheid. De duur van de reistijd zegt daarom ook iets over de mogelijkheden die de omgeving biedt: Als een groot aantal mensen binnen een korte reistijd bereikbaar zijn, ligt  ook de aanwezigheid van een groot aantal kansen in termen van werk, consumptie, diensten en ontspanningsmogelijkheden hoger.
Bij de tweede parameter, luchtvervuiling, richt deze studie zich in het bijzonder op stikstofdioxide (NO2), die grotendeels afkomstig is uit de transportsector.
De analyse bevestigt de nadelen van wonen in een drukke omgeving: een wijk die goed verbonden is met de rest van het gewest, heeft meestal ook af te rekenen met meer luchtvervuiling. Dit is vooral het geval voor de gebieden rond bijvoorbeeld de kleine ring, maar ook langs enkele van de assen tussen centrum en stadsrand (Louizalaan, Wetstraat, Tervurenlaan, Steenweg op Bergen) en langs een deel van de oostelijke ringweg (in het zwart op de kaart). In de zuidelijke (beboste) rand is de situatie tegenovergesteld: deze wijken zijn minder goed bereikbaar, en kennen een lager luchtvervuilingsniveau (in het grijs op de kaart).
 
Uitzondering op de regel
Maar het kan ook anders:  Veel wijken binnen de kleine ring en een deel van de tweede ring (Sint-Gillis, Noord-Elsene, Etterbeek in het zuiden, Molenbeek in het noorden, profiteren van een hoge mate van bereikbaarheid in combinatie met relatief lage niveaus van vervuiling (in het groen in de kaart).
Daar tegenover staan dan de zones met een combinatie van een lage mate van bereikbaarheid en een hoge concentratie van luchtvervuiling (in het rood op de kaart). Dat zijn de industriële gebieden in de noordelijke randzones van het gewest (bijvoorbeeld Haren, een deel van Evere) en in het zuiden (zoals Laag-Vorst en Anderlecht).
 
Beleidsvoorstellen
De onderzoekers benadrukken de noodzaak om vraagstukken op het gebied van milieu, mobiliteit en stedelijkheid geïntegreerd aan te pakken. Door de wijken die afwijken van de klassieke verbinding tussen luchtverontreiniging en bereikbaarheid in kaart te hebben gebracht, zien zij mogelijkheden om alternatieven te ontwikkelen. Omdat NO² vooral verkeersgerelateerd is, kunnen beleidsmaatregelen gericht op het verminderen van luchtvervuiling gericht zijn op het beperken van het autoverkeer. Dit betekent echter niet dat de algemene bereikbaarheid van het gebied automatisch afneemt: de bereikbaarheid kan hoog worden gehouden door te investeren in alternatieve vervoerswijzen (waaronder het openbaar vervoer en fietsinfrastructuur).
 
Het Cosmopolis Center for Urban Research is een onderzoekscentrum binnen de vakgroep Geografie van de Vrije Universiteit Brussel en richt zich op onderzoek en onderwijs op het gebied van geografie, ruimtelijke planning en stedenbouw. www.cosmopolis.be/about
 
 
Kaarten:
Er werden afzonderlijke analyses gemaakt voor de bereikbaarheid met de auto enerzijds en met het openbaar vervoer anderzijds. De gelijkenis tussen beide kaarten laat zien dat grote en goed toegankelijke lijnen van het openbaar vervoer overeenkomen met belangrijke toegangswegen.