Gloria Wekker is deze week te gast aan de VUB naar aanleiding van onze Gender Week. De Surinaams-Nederlandse antropologe is de auteur van Witte onschuld. In dit boek bespreekt ze een opvallende paradox. Witte mensen ontkennen met klem, zelfs bijna agressief, dat ze zich bezondigen aan racisme en discriminatie. Tegelijk voelen ze zich heel ongemakkelijk als ze hierover moeten praten en ontwijken ze het thema liever.
 
De titel van het boek verwijst naar de vaststelling dat racisme – dat overigens ook gepaard gaat met seksisme en met klassestereotypen – zich voor onze ogen afspeelt, maar dat we ons toch allemaal samen in onwetendheid en onschuld blijven wentelen. Volgens Wekker is het hoog tijd dat witte mensen uit die verlamming stappen en stoppen met denken over racisme in termen van schuld en onschuld. Dat is onproductief en is niet de manier om discriminatie te stoppen. En dat doe je al zeker niet als je je vanuit je bevoorrechte positie in de rol van het slachtoffer manoeuvreert.
 
Wekker roept op om onder ogen te zien dat witte mensen bevoorrecht zijn en gekleurden in een achtergestelde positie zitten. Niet spreken over ras of kleur is schuldig verzuim. Als je erkent dat je geprivilegieerd bent, kan je namelijk dat privilege positief inzetten om aan spreiding van macht en mogelijkheden te doen. Wekker stelt dat ieder van ons moet bekijken wat we vanuit onze verschillende positioneringen en de daarmee samenhangende privileges kunnen doen om verandering tot stand te brengen.
 
Op de werkvloer
Vorige maand kwam onderzoeksbureau Trendhuis op de VUB-campus de Werkbarometer 2018 voorstellen. Die toont aan dat 13 procent van de Belgen het afgelopen jaar te maken kreeg met discriminatie op de werkvloer. 14 procent van de werknemers van niet-Belgische roots op basis van hun afkomst; 9 procent van de 51-65-jarigen op basis van leeftijd; van de jonge vrouwen (20-35 jaar) kreeg 8 procent te maken met discriminatie op basis van hun geslacht en 7 procent op basis van de gezinssituatie. Wat dat laatste betreft: een op de tien Belgische werknemers vindt dat een (toekomstige) zwangerschap een reden mag zijn om een vrouw niet aan te werven. Voor alle duidelijkheid: dat is onwettelijk.
 
Die cijfers gaan alleen over de werkvloer, daarnaast zijn er nog het onderwijs, de privésfeer, de publieke ruimte, de huizenmarkt, de gezondheidssector, sport, cultuur en tal van andere domeinen. Discriminatie gebeurt op basis van allerlei kenmerken: geslacht, etnisch-culturele of migratieachtergrond, nationaliteit, sociaaleconomische positie, seksuele oriëntatie, religie en leeftijd. Bovendien haken deze discriminatiegronden op elkaar in. Ze versterken elkaar of creëren nieuwe specifieke vormen van discriminatie.
 
Zelfonderzoek
Het is duidelijk dat bepaalde groepen bijzonder kwetsbaar zijn om het slachtoffer van discriminatie te worden. Maar er is ook een groep Belgen – wit, man, middenklasse, van gemiddelde leeftijd – die daar veel minder vatbaar voor is. Dit zijn geprivilegieerden die, aldus Wekker, de opdracht hebben om aan zelfonderzoek te doen en zich af te vragen wat ze kunnen doen om de samenleving gelijker te maken.
 
Je bent zo’n witte man? Wentel je dan niet in onschuld – ‘mogen we dan zelfs geen complimentje meer geven?’ – wanneer vrouwen ongewenst gedrag aanklagen. Dat is precies wat Gloria Wekker bedoelt met je vanuit je privileges in een achtergestelde positie terugtrekken. Het is productiever om je af te vragen wat je kan doen om seksisme te stoppen. Het wereldwijde initiatief MenEngage Alliance is daarom positief: jongens en mannen die zich verenigen en opkomen voor gendergelijkheid vanuit het besef dat het zonder hen niet zal lukken.
 
Het is een belangrijk idee om onder de aandacht te brengen op de Internationale Vrouwendag. Discriminatie stoppen, is de verantwoordelijkheid van diegenen die ervan gevrijwaard blijven (en er dus op de een of andere manier van profiteren).