Wetenschappers van de Vrije Universiteit Brussel staan klaar met oplossingen voor het klimaat. Je leest er alles over op www.vub.be/klimaat.
 
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Morgen en is een bijdrage van Pieter Ballon, Cathy Macharis & Michael Ryckewaert, verbonden aan de VUB-denkgroep Poincaré.
 
Nochtans wordt de 21ste eeuw de eeuw van de stad, ook bij ons. Zéker bij ons. Volgens de VN is België voor 97 procent verstedelijkt. En toch wonen we administratief vaker niet in steden dan wel. De fusie van enkele plattelandsgemeenten verandert daar niets aan. Die fragmentatie is nefast voor een degelijk woon- en werkbeleid en heeft verregaande gevolgen op het vlak van duurzaamheid. Het maakt het quasi onmogelijk om een performant mobiliteitssysteem uit te werken en het ruimte- en energieverbruik van de verkavelingen is onhoudbaar.
 
Nevelstad
De reactie kreeg direct ook een communautair tintje: Brussel versus Vlaanderen. Maar om een goed werkend Brussel te krijgen is het cruciaal om onze steden te plannen en, waar relevant, te besturen op het niveau van het stedelijke systeem, in het geval van Brussel de stadsregio. Sociaal-economisch gezien telt de Brusselse metropool 2 tot 3 miljoen inwoners, niet 1 miljoen, en moet dus op die schaal gepland worden. Beslissingen als deze zou men samen moeten nemen en begeleiden door overstapparkings in de Vlaamse rand en aan de GEN-stations en betere openbaar-vervoersverbindingen vanuit beide gewesten. Dat betekent de creatie van een communauté urbaine waarbij hinterlandgemeenten veel sterker bij de stad worden betrokken en de gewesten meer overleggen, zoals in feite werd voorzien in de 6de staatshervorming maar waarvan we in de praktijk weinig zien.
 
Het gebrek aan werkende stadsregio’s zorgt niet alleen voor te veel overmaatse suburbane woningen en te weinig compacte, betaalbare huur- en koopwoningen. De ‘nevelstad’ leidt ook tot onhoudbare mobiliteitsproblemen. In 2018 werd het record aantal file-uren alweer geklopt. Hoe komt dat? Heel simpel: elke Belg woont gemiddeld zo’n 19 kilometer van zijn werk, dat is meer dan bijvoorbeeld in Nederland of Frankrijk. Een Belg met een bedrijfswagen zelfs 32 kilometer! Het aantal auto’s op onze wegen steeg de laatste decennia van 3,3 miljoen naar 7,3 miljoen. Zo lang deze cijfers niet dalen, is elk mobiliteitsbeleid tot mislukken gedoemd.
 
Slimme technologieën en participatie
We moeten de openbare ruimte ook teruggeven aan de mensen, en dan zijn stadsboulevards of voetgangerszones een goed idee. 50 tot 70 procent van de publieke ruimte in de stad is nu exclusief terrein van de auto; dat cijfer moet drastisch naar omlaag. De voetgangerszone in Brussel bewijst dat het kan: er rijden sindsdien 14,5 procent minder auto’s in de binnenstad, en er zijn maar liefst 2,5 keer meer mensen op de been. En dat heeft al direct een positieve impact op de luchtkwaliteit.
 
Voeg bij dat alles ook slimme technologieën – waar blijft een geïntegreerde Vlaams-Brusselse app voor alternatieve mobiliteit? – en participatie – betrek bij dit soort beslissingen toch alsjeblieft ook de burger –, en we hebben de ingrediënten voor een humane stad, die liefderijk met haar gebruikers én inwoners omgaat. Onze liefdesbrief aan de stad geldt dus niet alleen voor de mensen die hun footprint voor het klimaat moeten verkleinen en daarom beter knus bij elkaar zouden gaan wonen. Hij geldt ook voor onze gewesten, die de huidige concurrentie moeten vervangen door meer fiscale, economische en, waarom niet, bestuurlijke synergie.
 
Mede-ondertekend door Nele Aernouts, Kobe Boussauw, Gily Coene, Eric Corijn, Karen Donders, Francis Heylighen, Rob Heyman, Imre Keserŭ, Ilse Mariën, Michel Maus, Rik Pinxten, Kristien Van den Houte, Shenja Van der Graaf, Michiel Van Meeteren, Lieve Vanderstraeten, Anne-Sofe Vanhaeght, Nils Walravens en Anne Winter, allen VUB-onderzoekers en –fellows.