Zeventig jaar oud is hij, en nog altijd neemt hij enthousiast deel aan zangfeesten en studentendopen aan de VUB. Tony Dewit werd in zijn studententijd verliefd op zijn vrouw, én op het studentenleven. “Als het over studentenfolklore gaat, steekt de VUB er in ons land bovenuit.”



Hij gaat nog elk jaar naar de St V optocht. Niet om zelf mee te feesten en te zingen, zegt hij, wel om als jurylid de stoet en de praalwagens punten te geven. “Ik quoteer op de versiering, de aanwezigheid van het thema van het jaar, de vrijzinnigheid en ook wel op omkoperij (lacht). Als ze me wat pinten toestoppen, helpt het hun score. Enfin, het is te zeggen: ze mogen altijd proberen. (lacht)”

 

Tony Dewit, ondanks zijn gezegende leeftijd nog altijd een beetje VUB-student, duikt regelmatig op in het Brusselse studentenleven. Alsof de tijd geen vat op hem heeft, neemt hij met zijn zilvergrijze haar en snor nog altijd deel aan studentendopen en zangfeesten. Een monument van de Brusselse studenten, zegt hij trots. “Ik heb  nog geen enkel zangfeest gemist en heb veertig dopen bij de Geneeskundige Kring meegemaakt. Ze dragen me op handen. Iedereen wil dat ik naar hun doop ga, als ze me zien. Net omdat ze zo enthousiast zijn, blijf ik ook gaan. Zodra ze vinden dat ik er niet meer op mijn plaats ben, blijf ik weg.”



VUB’er en student voor altijd

Dewit verliet de VUB in 1977, nadat hij zijn doctoraat afwerkte. Maar hij heeft nog altijd een plaats in zijn hart voor zijn alma mater. In zijn appartement, vijf hoog in Heverlee, heeft hij de foto’s van de studentendopen en cantussen uit zijn tijd. Ietwat vergeeld intussen, maar nog altijd uniek. Hij loopt naar zijn kast om het album te nemen. Het is een dikke klapper vol opmerkelijke foto’s.



Tony Dewit: “Er was toen maar één fotograaf die mocht aanwezig zijn op de dopen en dat was mijn vrouw, Rita.”



“Er was toen maar één fotograaf die mocht aanwezig zijn op de dopen, omdat het niet de bedoeling was dat anderen die zouden zien. Die fotograaf was mijn vrouw, Rita”, zegt Dewit. Hier en daar duikt in het fotoalbum een bekend gezicht op, zoals dat van Patrick Dewael, kopstuk van de Open VLD. Hij is te zien op een foto van een bezoek aan brouwerij Kristal-Alken, een jaarlijkse uitstap in die tijd. Dewit wijst hier en daar mensen aan. Aan zijn geheugen mankeert niets, voor wie daar mocht aan twijfelen. “Ah, die daar is een notaris geworden en die een apotheker”, wijst hij af en toe een gezicht aan.



Krachtiger dan de taalbarrière

Of hij zich ook zijn eerste St V optocht aan de VUB herinnert? “Ik denk dat die er pas gekomen is toen de campus in Etterbeek er was. We trokken in 1970 gewoon op met de studenten van de ULB. Ik denk dat er toen van het Brusselse Studenten Genootschap (BSG) zelfs nog geen sprake was. Dat was pas kort erna. Dat we optrokken met ULB’ers was de normaalste zaak van de wereld. We zaten bij hen op dezelfde campus, aten in hetzelfde studentenrestaurant en gingen samen uit.



Nu is er meer een scheiding tussen de Frans- en Nederlandstalige studenten, maar dat bestond toen niet. We waren heel erg close. Op een bepaald moment zijn er aparte campussen gekomen, waardoor de twee uit elkaar gegroeid zijn. Ik heb vernomen dat de VUB en ULB nu terug meer gaan samenwerken en dat is goed. Ik vind de ideologische overeenkomst tussen de beide universiteiten veel belangrijker en krachtiger dan de taalbarrière. We hebben dat bewezen in het begin van de VUB. Als de twee samenwerken, zijn ze de grootste universiteit van het land. Dat is toch niet niks.”

 

"Het belangrijkste is de ambiance tijdens de stoet. Die was er toen, en is nu nog altijd."

Over de stoet zelf herinnert hij zich dat het er in de jaren ’60 en ’70 soms iets onbesuisder aan toeging dan nu. Vrouwen in bontjassen en andere omstaanders die beklad werden met bloem en eieren. “Het was een beetje het studentenproletariaat tegen de gegoede klasse die in de Louizalaan shopten, dat gevoel.” Ook Dewit zelf kreeg – per abuis - bloem over zich. “Ik was al wat ouder toen ik bij de VUB aankwam, waardoor ze niet goed wisten of ik een student was of niet”, grijnst hij. Toch stopte de traditie van het gooien met bloem al vlug. Doordat er zoveel klachten waren van slachtoffers van al dat bloem- en eiergooien liep de prijs voor de verzekering van de stoet steeds hoger op. Op een bepaald moment liep die op tot één miljoen Belgische frank, een smak geld. “De ULB vroeg toen: willen jullie dat we dat geld spenderen aan studentenactiviteiten of aan een verzekeringsmaatschappij? De keuze was heel snel gemaakt. Het werd het einde van een traditie. Maar erg was dat niet. Het belangrijkste was de ambiance tijdens de stoet. Die was er toen, en is er nu ook nog altijd volop. Ik geniet er nog altijd intens van als ik die wagens zie passeren. In dat opzicht is er geen verschil tussen begin de jaren ’70 en nu.”

 

Tony Dewit: "Ik vind dat de VUB er op het vlak van studentenfolklore en –activiteiten met kop en schouders bovenuit steekt in ons land."



Dewit studeerde eerst biologie in Gent, waar hij zijn vrouw leerde kennen, maar trok daarna naar de VUB om er farmacie te gaan studeren. Hij heeft in zijn portefeuille nog zijn de kaart met zijn inschrijvingsnummer: 223. Zijn vrouw volgde hem naar Brussel en schreef zich zelfs nog voor hem in. Al heeft zij haar kaart niet meer. “Het waren heel leuke tijden, dat zeker”, zegt ze. “Toen ik me ging inschrijven voor de richting plantkundige wetenschappen, zoals dat toen heette, wist de verantwoordelijke niet of er wel zo’n richting was. Maar geen zorg, zei iemand hem: we zorgen er wel voor dat er tegen 1 oktober zo’n opleiding is (lacht). En ze was er ook. Het niveau van de wetenschappelijke opleidingen stond toen aan de ULB mijlenver voorop tegenover Gent. En tegenover de KU Leuven.”



Rijke folklore

Voor Tony Dewit was de kennismaking met de VUB en dan vooral het studentenleven aan de VUB een openbaring. Aan de Gentse universiteit viel er ook wel iets te beleven, maar in vergelijking met wat er aan de VUB gebeurde en nog altijd gebeurt, stelt dat niet veel voor, zegt hij. “Ik vind dat de VUB er op het vlak van studentenfolklore en –activiteiten met kop en schouders bovenuit steekt in ons land. Er is veel meer te doen aan Gent en zeker ook meer dan aan de KULeuven. Er is geen vergelijk.”

 

"Ervaring en levenswijsheid doe je niet altijd op met je neus tussen de boeken”

 

Niet vreemd dat hij vandaag nog altijd vol gloed spreekt over het studentenleven. Alsof hij nog altijd met twee voeten in het studentenleven staat. “Ja, dat is zo, ik weet het. Het is een virus. Eens het je te pakken heeft, kan je er niets aan doen. Ik ben een eeuwige student. Maar het studentenleven is ook een goeie voorbereiding op het leven, als je het goed aanpakt. Daarom, als ik de studenten een boodschap mag meegeven: studeren is meer dan cursussen en lessen. Het is ervaring en levenswijsheid opdoen. Dat doe je niet altijd met je neus tussen de boeken.”

 

Bio

  • 70 jaar
  • Doctor in de Farmaceutische Wetenschappen (VUB, 1977)
  • Deelt nog elk jaar mee aan zangfeesten en aan de St V optocht
  • Getrouwd met VUB-alumna Rita Verbeken