Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be.
 
In zes op de tien gevallen zijn het mannen die een vrouw willen worden. Hoe moeizaam en moedig dat gevecht met het eigen lichaam kan zijn, zagen we treffend geïllustreerd in de film ‘Girl’ van Lukas Dhont, met Victor Polster in een weergaloze hoofdrol. Transgenders leven vandaag openlijker dan tien jaar geleden en dat komt beslist door de bekende rolmodellen en de toegenomen media-aandacht, maar ook door de inzet van tal van organisaties. Zeven op de tien ondervraagde transgenders leven vandaag volgens hun genderidentiteit, tegenover amper de helft een decennium geleden.
In onze open 21ste-eeuwse samenleving lijkt het een evidentie om mensen te aanvaarden zoals ze zijn, maar schijn bedriegt. De strijd is nog niet gestreden. Dat heb ik vorig weekend opnieuw kunnen ondervinden op de Belgian Pride in Brussel. Ik was er samen met Yvon Englert, de rector van onze zusteruniversiteit ULB, en met tal van collega’s en studenten. In de toespraak door de organisatoren bij de start van de Pride kregen de twee universiteiten trouwens een bijzondere vermelding omdat hun engagement zoveel meer is dan een poging tot pinkwashing.

Mijn seksuele geaardheid valt niet onder de noemer LGBTI+, maar daarom voel ik me niet minder aangesproken om mee mijn schouders te zetten onder de eisen van de Pride-beweging.



Mijn seksuele geaardheid valt niet onder de noemer LGBTI+, maar daarom voel ik me niet minder aangesproken om mee mijn schouders te zetten onder de eisen van de Pride-beweging. Die ontstond een halve eeuw geleden in New York als een krachtig eisenplatform voor gelijke rechten voor iedereen en tegen discriminatie op grond van wie je diep vanbinnen bent.
 
Maar leven we vandaag niet in een heel andere wereld? Verre van, want in vele landen is de situatie voor de LGBTI+-gemeenschap nog altijd schrijnend. Vorig jaar hadden we de Oegandese activiste Kasha Nabagesera uitgenodigd om mee op te stappen in de Pride. Ze strijdt in Oeganda al jaren voor gelijke rechten voor LGBTI+-mensen, die zich voortdurend uiterst gedeisd moeten houden als ze hun leven niet in gevaar willen brengen.
 

Lange weg

In ons land is intussen een lange weg afgelegd. Toen ik nog student was, in de jaren tachtig, liet de woordvoerder van Flikkerlicht, de toenmalige holebistudentenkring aan de VUB, optekenen: ‘Onze werkelijke gevoelens verbergen we voor de buitenwereld. We ontlopen de realiteit.’ Dat mensen van hetzelfde geslacht moeten kunnen huwen en kinderen adopteren was iets waarvoor je in 1985 op een progressieve universiteitscampus misschien wel gehoor vond, maar elders was dat amper het geval.



Diversiteit gaat niet alleen over gender, afkomst of beperkingen. Het gaat ook over het omarmen van iedereen die gewoon zichzelf wil zijn.


En zoals de organisatoren van de Pride stellen, zijn er ook vandaag nog altijd groepen in de LGBTI+-gemeenschap ‘die nog niet op de aanvaarding kunnen rekenen die ze verdienen.’
 

Op de Pride riepen 100.000 mensen op tot inclusie. Iedereen is uniek en heeft een plaats in de samenleving zonder discriminatie op welke grond dan ook. Uit een Europese bevraging van enkele jaren geleden blijft dat meer dan de helft van de Belgische LGBTI+-mensen niet hand in hand over straat durft te lopen, uit vrees voor opmerkingen, beledigingen en geweld. Bij Unia ontvangen ze elk jaar een honderdtal meldingen over discriminatie. Gelukkig staat daartegenover dat vier of de vijf Belgen vindt dat LGBTI+-mensen hun leven moeten kunnen leiden zoals ze zelf willen.
 
Diversiteit gaat niet alleen over gender, afkomst of beperkingen. Diversiteit gaat ook over het omarmen van iedereen die gewoon zichzelf wil zijn. Laten we die realiteit ook weerspiegeld zien in het straatbeeld, in de media en op de werkvloer.