Sport
 
Waar komt die passie voor de wielersport vandaan?
Fietsen deed ik vanaf mijn 16de, in de voetsporen van mijn oudere broer. Tot mijn 18de heb ik wielrennen met basketbal gecombineerd, maar vanaf mijn hogere studies ben ik dan volop voor het wielrennen gegaan. Ik deed het al snel beter dan mijn broer (lacht), wat hij moeilijk vond. Sinds hij gestopt is met fietsen, is hij wel mijn grootste supporter geworden.
Ik zat op kot in Gent vanaf het eerste jaar en zat toen ook al bij Lotto-Belisol in een internationaal programma. Dus ik was niet veel in Gent en deed veel aan zelfstudie, in de winter ging ik dan vaak op de piste in Gent trainen. Studeren en fietsen combineren lukte goed. Ik was wel voltijds bezig, maar ik had niet het gevoel dat ik iets miste.
 
Waarom ga je er nu mee stoppen?
Ik word 29, op mijn leeftijd is het al mooi geweest. Sinds ik aan de VUB ben beginnen werken in oktober 2014 doe ik iets wat ik echt heel graag doe: wetenschap in functie van sport. Voor mij is dat echt mijn droomjob. Ik woon in West-Vlaanderen en pendel iedere dag tussen Kortrijk en Brussel. Het is heel moeilijk om dan nog eens tijd te vinden om te trainen.
Maar ik denk dat ik toch best trots mag zijn op mijn carrière: ik heb meegedaan aan de Olympische Spelen en ik was 11e op mijn eerste WK bij de elite. Er had waarschijnlijk meer ingezeten als ik wat meer in mezelf geloofde, maar wanneer er iets verwacht werd van mij blokkeerde ik. Ik reed beter als niemand iets verwachtte van mij. Mijn directe omgeving vindt het wel jammer dat ik al ga stoppen, maar ze begrijpen het natuurlijk wel. 

Door een goede prestatie in Gent-Wevelgem, ben ik zeker dat ik start in mijn 10e ronde van vlaanderen.


 
Wat vind je van mechanische doping?
Jah, wat moet ik daar van vinden? Da’s dom. Ik heb twee puntjes daarover: enerzijds is het natuurlijk echt bedrog, maar goed als je EPO pakt is het ook de boel bedriegen. Met mechanische doping ga je je eigen lichaam nog niet in gevaar brengen, dus dat is misschien - als ik het zo mag noemen - het voordeel van mechanische doping. Anderzijds is er geen andere “normale” doping die je evenveel voordeel zal geven als wanneer je een motortje in je fiets hebt.
 
Heeft het wielrennen invloed op jou gehad als onderzoekster?
Omgekeerd is de vraag gemakkelijker te beantwoorden, ik denk dat je als wetenschapper leert om heel kritisch te denken. Het wielrennen is en blijft nog altijd een wereldje van "vroeger deden ze dat zo". Als wielrenster kijk ik dan bijvoorbeeld veel kritischer naar alles wat er van voedingssupplementen wordt genomen. Anderzijds heeft het wielrennen mij leren doorzetten en die lijn heb ik kunnen doortrekken in mijn doctoraat. Ik heb nu echt iets dat ik heel graag doe en daar wil ik dan ook volop voor gaan, net zoals bij het fietsen. Wetenschap bekijk ik dus soms van een meer praktische kant dan andere collega's die net iets meer academisch gericht zijn.
 


We zijn geen manwijven meer en het niveau is nu ook echt wel hoog.


 
Krijgt vrouwenwielrennen genoeg aandacht?
Goh, ik heb de evolutie de laatste 10 jaar wel in de positieve richting zien gaan. Zeker in België komt er steeds meer media-aandacht en nu wordt ook voor de eerste keer na 99 edities de Ronde van Vlaanderen voor vrouwen live uitgezonden. Uiteindelijk draait alles daarrond. Meer media-aandacht betekent meer sponsoring en meer geld in het dameswielrennen. Als ik een man was geweest had ik misschien geen doctoraat behaald, dan was ik gewoon profrenner en had er goed mijn brood mee kunnen verdienen. De evolutie is zeker positief, maar we zijn natuurlijk nog altijd niet waar we willen zijn.
 
Is vrouwenwielrennen minder aantrekkelijk?
Tot een jaar of tien geleden hadden vrouwen in het wielrennen een imago van “dat zijn manwijven met een dik gat die trager rijden dan de mannen”. Dat imago is nu wel aan het veranderen: we zijn geen manwijven meer en het niveau is nu ook echt wel hoog. Het blijft natuurlijk nog steeds een fysieke sport waarbij het verschil tussen man en vrouw er nog altijd is, zoals bij elke sport. Ik denk dat verschil tussen man en vrouw er bij media-aandacht ook nog altijd is bij de meeste sporten, behalve bij tennis dan.  

Onderzoek
 
Wat onderzoek je precies?
Hier bij menselijke fysiologie (MFYS) doen we onderzoek naar “exercise in the brain”, dat is het centrale thema. Mijn doctoraat  gaat eigenlijk na wat het effect van voedingssupplementen is op cognitieve en fysieke prestatie. Dus met andere woorden wat er gebeurt in de hersenen en de rest van het lichaam bij het gebruiken van een voedingssupplement.
 
Heeft het al resultaten opgeleverd?
Mijn eerste studie heb ik vorig jaar in april uitgevoerd. De resultaten zijn nu in een review-proces en zullen binnenkort wel gepubliceerd worden, nog even geduld dus. Vorige week ben ik begonnen met een tweede studie waarbij we dan met hetzelfde voedingssupplement gaan kijken wat er kan gebeuren op grote hoogte. Je weet dat er dan minder zuurstof naar zowel de spieren als het brein gaat en we gaan kijken wat het effect is van de inname van dat voedingssupplement.
 
Omdat ik natuurlijk zelf ook actief wielrenster ben, heb ik tijdens vorig jaar en dit jaar op trainingskamp bij ploegmaten nog iets extra onderzocht, puur uit interesse. Dat is wel al gepubliceerd en kun je al online vinden. Daar merkten we dat wanneer je erg vermoeid geraakt tijdens een training, dat niet alleen je fysieke prestatie achteruit gaat, maar ook je cognitieve prestatie. Dus dat je eigenlijk minder snel reageert.
 
Waarom heb je voor de VUB gekozen?
Da's eigenlijk een beetje toevallig gekomen, Kevin De Pauw (post-doctoraatsonderzoker MFYS) had ook een doctoraatsbeurs die gesponsord was door Lotto. De "Lotto Sports Science Chair" liep af op het moment dat Kevin zijn doctoraat behaalde, en omdat ik op dat moment dan bij Lotto reed, ging die deur open voor mij. Hiervoor deed ik wetenschappelijk onderzoek in tissue engineering. Dat was de hele dag alleen in een laboratorium met een witte schort aan en door een microscoop kijken. Het was echt niet mijn ding, nu ben ik veel gelukkiger.