“Over mei '68 kan ik niet veel vertellen, vrees ik. Ik weet dat er toen studentenprotesten zijn geweest. En ik meen me ook iets te herinneren over een bezetting van het rectoraat hier in Brussel. Klopt dat een beetje?”


Juist, maar weet ze ook dat de studenten dat deden om meer inspraak te krijgen? “Nee, sorry. Maar ik kan wel zeggen dat we daar vandaag de vruchten van plukken: ik heb agogische wetenschappen gestudeerd en enkele jaren geleden gingen de studenten niet akkoord met de manier waarop in onze richting werd lesgegeven. We vonden dat enkele proffen hun vak niet honderd procent serieus namen. Een studentenafvaardiging is toen met de universiteit gaan samenzitten, waarna de richting deels is hervormd. Er is toen wel degelijk naar ons geluisterd.”

Ik kan wel zeggen dat we daar vandaag de vruchten van plukken.



Ook dankzij de studentenraad heeft Lynn het gevoel dat ze als student gehoord wordt. Maar met de studentenkring (Lynn is praeses van de Psychologische en Pedagogische Kring, nvdr) is dat een stuk minder. “De VUB pusht ons soms te veel als het over studentikoze aangelegenheden gaat, zoals de manier waarop wij schachten dopen. Als studentenkring letten we erop dat we niet te ver gaan. De unief zou zich daar niet zoveel mee moeten bemoeien.”

 

“Ik ben wel blij dat de rector ons wil ontvangen nadat we met alle voorzitters van de facultaire studentenkringen een open brief hebben geschreven over de maatregelen die ons worden opgelegd bij Saint Vé. We hebben de indruk dat we voor ons jaarlijks feest worden opgesloten op de Zavel, terwijl het de bedoeling is dat we de stad laten voelen dat de studenten er ook nog zijn.”