Mondkapjes worden snel het ‘nieuwe normaal’

Gaat het verplicht stellen van mondkapjes in scholen werken? Sommigen zijn daar sceptisch over. Hersenonderzoek aan de Vrije Universiteit Brussel voorspelt echter dat de mondkapjes vrij vlot geaccepteerd zullen worden. Het Sociale Brein lab aan de VUB speelt wereldwijd een pioniersrol in het ontrafelen van de sociale werking van de kleine hersenen. "Nieuwe sociale gewoontes aanleren en automatiseren neemt tijd", zegt prof. Frank Van Overwalle. "Het gaat niet meteen vanzelf, en in het begin maken we nog fouten. De kleine hersenen zijn verantwoordelijk voor dit sociaal leren, net zoals ze verantwoordelijk zijn voor het aanleren van motorische activiteiten zoals fietsen."

Vanaf 1 september dienen alle leerlingen en personeelsleden in het secundair onderwijs een mondkapje te dragen. Deze verplichting is niet onomstreden. Omdat mondkapjes weinig comfortabel zijn om te dragen en de leerlingen zich in een lastige fase van hun jeugd bevinden, bestaat de vrees dat velen zich niet of slecht aan de maatregel zullen houden.

Maar volgens professor Van Overwalle van het Sociale Brein lab is die vrees grotendeels onterecht. Zijn onderzoek naar het functioneren van het cerebellum – oftewel de kleine hersenen – leidde tot de vaststelling dat dit hersengebied naast motorische en emotionele functies ook sociale functies vervult. Zo voorspellen ze volgens Van Overwalle niet alleen het gedrag van anderen, maar ook onze eigen, meest waarschijnlijke respons op dat gedrag. Na verloop van tijd raken zulke actie-reactie-patronen geautomatiseerd, waardoor we eventuele onregelmatigheden in deze patronen moeiteloos kunnen opmerken en corrigeren. Denk maar aan de invoering van de autogordel.

Het Sociale brein

Het sociale brein helpt in het afleiden van de mentale gedachten van andere mensen (en onszelf) door middel van het mentalisatie-netwerk. De belangrijkste gebieden zijn:

- de temporo-parietale verbinding/junction (TPJ), om het perspectief van de mentale gedachten van anderen in te nemen;

- de mediale prefrontale cortex (mPFC), om persoonlijkheidstrekken van anderen af te leiden;

- en het posterieure cerebellum, om al deze sociale oordelen te automatiseren via interne modellen die voorspellen hoe onze sociale interactie zou moeten verlopen, en wat we kunnen verwachten hoe anderen en wijzelf zullen reageren.

Deze drie gebieden staan met elkaar in verbinding, en sturen activatie naar elkaar.

Indien we de gedachten van een andere persoon willen “lezen” dan help de TPJ om dat apart perspectief over te nemen en te begrijpen, en dat wordt doorgestuurd naar het posterieure cerebellum. Dit gebied in het cerebellum activeert het interne model voor deze gedachten, en maakt voorspellingen wat er zal gebeuren. Als er iets in die voorspelling niet klopt dan wordt er een correctie van het cerebellum naar de TPJ gestuurd.

Korte periode van aanloopproblemen

Van Overwalle geeft wel mee dat er iemand moet zijn die het initiatief neemt voor de gedragsverandering. Maar hij denkt niet dat dat in het geval van de mondkapjes een probleem zal vormen: "Omdat dit initiatief gebeurt in een gecontroleerde omgeving van de klas, is er geen nood om de jongeren nogmaals alles uit te leggen. Dat doen ze op school wel, en daar controleren ze ook."

De kans lijkt kortom groot dat zowel leerlingen als personeelsleden weliswaar aanloopproblemen met de mondkapjesplicht zullen ondervinden, maar dat deze verplichting vervolgens zonder grote problemen het ‘nieuwe normaal’ zal gaan vormen.