Binnen het 1%-groeipad voor onderzoek en ontwikkeling trekt de Vlaamse regering op voorstel van minister Muyters vanaf dit jaar 35 miljoen euro extra uit voor de Bijzondere Onderzoeksfondsen van de universiteiten. Hierdoor stijgt de jaarlijkse enveloppe naar 220,2 miljoen euro. Een belangrijke stap voorwaarts, die ook een unieke gelegenheid biedt om fundamentele innovaties door te voeren in de regelgeving. Het interuniversitair voorstel dat de Vlaamse regering in dat verband overnam, onderstreept tevens de kracht van de universiteiten om gezamenlijk en in volle respect voor de eigenheid van elke instelling tot unaniem gedragen en fundamenteel innovatieve oplossingen te komen.
 
Met de Bijzondere Onderzoeksfondsen (“BOF”) heeft de Vlaamse regering jaren geleden elke universiteit een strategisch instrument gegeven om een autonoom beleid inzake fundamenteel onderzoek te oeren, gebaseerd op eigen prioriteiten en noden, maar steeds met excellentie als selectiecriterium. Om die reden neemt het BOF-mechanisme binnen de waaier van bestaande financieringskanalen een unieke positie in. Het is het enige kanaal in Vlaanderen dat uitsluitend fundamenteel onderzoek financiert.
 
Het BOF-instrument dient meerdere doelstellingen: het ondersteunt onderzoekers in de uitbouw van hun academische loopbaan, het faciliteert de uitbouw van interdisciplinaire onderzoeksclusters, het creëert hefbomen voor het binnenhalen van externe (vaak internationale) financiering, het laat toe om excellente onderzoekers aan te trekken en het ondersteunt een kritische massa aan onderzoekscapaciteit. Nieuw talent krijgt kansen om zich te bewijzen en aangetoond talent kan doorgroeien, zowel binnen Vlaanderen als internationaal. Bewezen topexpertise kan worden geconsolideerd. Vijfjaarlijks evalueert de Vlaamse regering de werking van het BOF. De laatste evaluatie uit 2018 toont aan dat we als universiteiten verantwoordelijk, efficiënt en effectief omgaan met de geboden autonomie. De evaluatie wijst op de meerwaarde en uniciteit van het BOF, roept de overheid op dit kanaal verder uit te bouwen en dringt aan op een vereenvoudiging van de regelgeving.
 
Als rectoren hebben we de geformuleerde aanbevelingen uit het evaluatierapport als uitgangspunt genomen voor een fundamenteel innoverend voorstel tot bijsturing van de BOF-regelgeving. Sleutelwoorden zijn interuniversitaire samenwerking, excellentie, internationale samenwerking en interdisciplinariteit.
 
Tweejaarlijks trekken we 20 miljoen euro uit voor een projectoproep, die voor het eerst in de geschiedenis op eigen initiatief van de universiteiten consortia zal financieren met onderzoekers uit meerdere instellingen. Met deze projecten beogen we een mix van topwetenschappers en veelbelovende onderzoekers de kans te geven om verder door te groeien naar een internationaal excellentieniveau. Gerenommeerde buitenlandse experten zullen de projectvoorstellen beoordelen. We streven naar een gemiddeld slaagpercentage van 50%.
 
Tot 2018 werden de BOF-middelen jaarlijks verdeeld op de scores die de universiteiten behaalden voor een set van performantie-indicatoren. Zolang de totale enveloppe echter gelijk bleef, betekende een lichte winst voor de ene per definitie een verlies voor de andere, met alle onrust vandien. De nieuwe benadering bouwt structurele stabiliteit in. De helft van de BOF-middelen wordt vastgeklikt voor een periode van vijf jaar op basis van de resultaten van de voorafgaande vijf jaar. De tweede helft, het variabel gedeelte, wordt voortaan mede verdeeld op basis van een aantal nieuwe parameters. Daarbij verschuift de klemtoon van kwantiteit naar kwaliteit. Zo vormt het aantal internationale copublicaties een graadmeter voor de internationale inbedding van onze onderzoekers. Het financiële aandeel uit de Europese kaderprogramma’s toont ons vermogen in het werven van supranationale fondsen in een bijzonder competitieve omgeving met gemiddelde slaagpercentages van amper 10%. De introductie van een nieuwe citatieparameter laat toe om de kwaliteit van publicaties beter te waarderen. Tenslotte engageren we ons om een specifieke performantie-indicator te ontwikkelen die interdisciplinariteit in kaart brengt.
 
De stijging van de BOF-financiering geeft ons broodnodige zuurstof om meer excellent onderzoek te financieren binnen een stabiele, voorspelbare financieringscontext en om dat onderzoek te laten doorgroeien naar internationaal topniveau. We bundelen de krachten over de instellingen heen zodat dit onderzoek in de toekomst nog meer kan bijdragen tot welzijn en welvaart in Vlaanderen en daarbuiten. En vanzelfsprekend drukken we graag de wens uit dat de volgende Vlaamse regering blijvend zal inzetten op de versterking van het fundamenteel onderzoek.
 
Luc De Schepper (UHasselt), Caroline Pauwels (VUB), Luc Sels (KU Leuven), Rik Van de Walle (UGent), Herman Van Goethem (UAntwerpen).