Je kan toch niet blindweg en onvoorwaardelijk handel blijven voeren met een land dat praktijken toepast die haaks staan op de westerse waarden? Moeten we die onaanvaardbare Chinese manier van doen dan maar minimaliseren met het oog op economisch gewin?

Dit opiniestuk verscheen eerder op tijd.be.

Onze overheid trok afgelopen week met een delegatie van 632 Belgische ondernemingen, politici, universiteiten en royals naar China. Aan deze Belgische handelsmissie, de grootste ooit, gingen maanden voorbereiding vooraf. De verwachtingen waren navenant: meer Belgische producten exporteren, de Chinese consumentenvoorkeuren doorgronden, technologische knowhow opdoen en contracten binnenhalen.

Het verleden en het aanhoudende Belgische handelstekort met China vertellen ons echter dat het behalen van die doelstellingen op zijn minst twijfelachtig is. Bovendien gaan de uiteindelijke Chinese kruimels die we krijgen ten koste van risico’s en waarden die onze politici op slag lijken te vergeten wanneer de Chinese rode loper lonkt.

De Belgische handelsmissie naar China verliep niet zonder slag of stoot. De uitgebreide voorbereidingen konden niet voorkomen dat de delegatie het slachtoffer werd van zware Chinese cyberaanvallen om Belgische bedrijfsgeheimen en politieke informatie te verkrijgen. De West-Vlaamse provinciegouverneur Carl Decaluwé (CD&V) begreep een maand geleden ‘de hele heisa’ rond een negatief reisadvies van de Belgische Staatsveiligheid over zijn bezoek aan het hoofdkwartier van Huawei en Alibaba niet. Ik vraag me af of hij het licht heeft gezien, nu duidelijk is geworden dat de Belgische delegatie op bepaalde momenten 135 Chinese cyberaanvallen per uur incasseerde.

 

De grenzen tussen Chinese bedrijven en de overheid blijven in een razend tempo vervagen.

 

Decaluwé is niet de enige die onaanvaardbare Chinese praktijken minimaliseert met het oog op economisch gewin. Didier Reynders (MR), de afscheidnemende minister van Buitenlandse Zaken die bevoegd wordt voor justitie op Europees niveau, stelde dat hij handel drijven als noodzakelijk beschouwt, óók met een autoritaire mogendheid zoals China. Vlaams ministerpresident Jan Jambon (N-VA), een groot voorstander van de Vlaamse onafhankelijkheid die op de eerste rij staat als het over de Catalaanse kwestie gaat, gaf aan dat hij de prodemocratische opstanden in Hongkong ‘voorzichtig zou aankaarten’ tijdensde handelsmissie, waarna hij de hete aardappel handig naar Europa doorschoof.

Bewuste onderdrukking

Over de Oeigoerse kwestie - waarvan gisteren via gelekte documenten voor de zoveelste keer duidelijk is geworden dat het gaat om een grootschalige bewuste onderdrukking door de Chinese overheid, waarbij etnische minderheden worden opgesloten en gewelddadig worden geïndoctrineerd - werd tijdens de missie amper een woord gerept.

Vaak luidt het tegenargument dat we de Chinese bedrijven en de Chinese Communistische Partij niet over één kam mogen scheren. Private bedrijven maken hun eigen keuzes op basis van economische belangen, los van politieke overwegingen.

 

Is het gerechtvaardigd om onvoorwaardelijk handel te blijven voeren met een land dat praktijken toepast die haaks staan op de westerse waarden?

 

Die stelling gaat echter niet op, want de grenzen tussen Chinese bedrijven en de overheid zijn nooit duidelijk geweest en blijven bovendien in een razend tempo vervagen. Het puntensysteem waarmee de Chinese overheid haar burgers in de pas wil laten lopen wordt doorgetrokken naar binnen- én buitenlandse bedrijven, die nu ook op ‘ongewenst’ gedrag worden gecontroleerd. Het zijn trouwens ook die bedrijven die steevast door de Chinese autoriteiten worden ingezet om op basis van gezichtsherkenning en vingerafdrukken databanken te creëren in Xinjiang (het gebied van de Oeigoeren), Hongkong en Tibet.

De vraag rijst in hoeverre het gerechtvaardigd is blindweg en onvoorwaardelijk handel te blijven voeren met een land dat praktijken toepast die haaks staan op de westerse waarden. Afgelopen weekend grepen de modale burgers in Hongkong de verkiezingen aan om een sterk signaal te geven dat ze de prodemocratische demonstranten, die hun leven in de schaal leggen voor de vrijheid en de democratie, steunen.

Ondertussen doen onze politici aan proactieve zelfcensuur zodra ze de Chinese portefeuille zien. Een portefeuille die ons bovendien op lange termijn bitter weinig oplevert.